Maagslijmvliesontsteking bij hond en kat

 

Jacqueline van der Knaap is dierenarts bij de dierenartsenpraktijk Noord-West Groningen. Zij houdt zich bezig met de gezelschapsdieren. Ze vertelt in deze Over Dieren over maagslijmvliesontsteking (gastritis) bij honden en katten.


Maagslijmvliesontsteking is, zoals het woord al zegt, een ontsteking van het maagslijmvlies. Jacqueline legt uit: ‘Hierbij is het maagslijmvlies geïrriteerd en ontstoken. Daardoor gaat het dier braken. Je hebt acute maagslijmvliesontsteking en chronische maagslijmvliesontsteking. Bij de acute vorm braakt het dier veel. Hij is misselijk en slikt vaker dan normaal. De meeste honden stoppen met eten. Een dier met chronische maagslijmvliesontsteking braakt ook regelmatig en kan op den duur vermageren.’

Oorzaken
Jacqueline vertelt over de oorzaken van maagslijmvliesontsteking: ‘De acute maagslijmvliesontsteking kan verschillende oorzaken hebben. Een dier kan iets verkeerds of vreemde voorwerpen hebben gegeten. Vooral honden staan erom bekend dat ze wel eens speeltjes of stenen opeten. Een virus kan ook de oorzaak van de ontsteking zijn. Van de virussen is met name het parvo-virus bij puppy’s bekend. Verder kunnen vergiftige stoffen in het lichaam van een dier de maagslijmvliesontsteking veroorzaken. Een dier kan last krijgen doordat hij giftige stoffen heeft gegeten of gedronken, bijvoorbeeld schoonmaakmiddelen. Deze stoffen kunnen ook in het lichaam aanwezig zijn doordat bepaalde organen, zoals de nieren, niet goed functioneren.
Chronische maagslijmvliesontsteking kan onder andere veroorzaakt worden doordat een dier tumoren in zijn lichaam heeft die de maagzuurvorming stimuleren. Ook als de nieren langere tijd, door bijvoorbeeld tumoren, niet goed werken kan een dier maagslijmvliesontsteking krijgen.
Haarballen en parasieten zoals wormen zijn bij katten vaak voorkomende oorzaken van een maagslijmvliesontsteking.’

Onderzoek en behandeling
Hoe kom je er nu achter dat een dier maagslijmvliesontsteking heeft? Jacqueline legt uit: ‘Als een eigenaar op mijn spreekuur komt met een dier dat braakt en niet meer eet, ga ik een volledig lichamelijk onderzoek doen. Daarbij luister ik goed naar het verhaal van de eigenaar: sinds wanneer en hoe vaak braakt het dier, is het dier lusteloos, hoe is het met zijn eetlust. Ik kijk naar de kleur en de vochtigheid van de uitwendige slijmvliezen bij de ogen en in de mond. Als een dier uitgedroogd is kan hij heel rode slijmvliezen krijgen. Je drukt op het mondslijmvlies zodat het bloed een beetje uit de bloedvaatjes trekt. De snelheid waarmee de bloedvaatjes zich weer vullen met bloed, zegt iets over de mate van het uitgedroogd zijn. Verder bekijk ik de temperatuur en de hartslag. Ook bevoel ik de buik om te kijken of ik rare dingen kan voelen. De levendigheid en de attentheid van het dier zijn ook belangrijk. Als een dier goed levendig is en uit het lichamelijk onderzoek geen bijzonderheden zijn gekomen, behandelen we eerst met een dieet en antibraakmiddelen. Wij geven op de praktijk een injectie met antibraakmiddel en de eigenaar moet dan thuis verder gaan met tabletten. Als de antibraakmiddelen goed zijn ingewerkt, mag het dier kleine hoeveelheden licht verteerbaar voedsel hebben. Het dier moet dan binnen een paar dagen opknappen.

Als het niet opknapt, gaan we bloedonderzoek doen. We bekijken onder andere de nierwaarden, de leverwaarden en de rode bloedcellen. Als het dier uitgedroogd raakt en blijft braken, geven we een infuus in een bloedvat en doen we verder onderzoek. Medicijnen en vocht kun je dan via het infuus toedienen.
Op een röntgenfoto kun je kijken of een dier iets vreemds in zijn maag heeft. Als je op de röntgenfoto niets bijzonders ontdekt, kun je een scopie doen. Je bekijkt dan met behulp van een scope (een lange slang met aan het eind een kijkertje) het maagslijmvlies. Voorwaarde is wel dat je ervaren bent in het scope-onderzoek van het maagslijmvlies. Dat slijmvlies zit namelijk helemaal in plooien in die maag, dus je moet wel weten waar je op moet letten. Eventueel kun je dan een biopt nemen, een stukje weefsel uit het slijmvlies. Dat biopt wordt verder onderzocht op ontstekingscellen en tumorcellen. Bij een ontsteking krijgt het dier ontstekingsremmers. Als een tumor gevonden wordt, hangt het van de plaats van de tumor en de conditie van het dier af of we gaan opereren of een speciale dieetvoeding geven.’
Als een dier regelmatig braakt kunt u hem het beste even laten onderzoeken door uw dierenarts. Beter voorkomen dan genezen!

top